Page 7 - Rollebode - Voorjaar 2017 - Nummer 3
P. 7

Alle peuters naar de peuteropvang 7
Het is de doelstelling van het Rijk en de gemeenten dat in 2019 het aantal peuters dat geen gebruik maakt van opvang is gehalveerd. En dat in 2021 alle peuters gebruik maken van een voorschoolse voorziening dan wel een aanbod hebben gekregen voor gebruik van een kinderopvangplek.
Het Rijk en de VNG onderschrijven dat goede voorschoolse voorzieningen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en aan een goede start voor kinderen op de basisschool. Binnen deze voorzieningen worden kinderen doelbewust, maar spelenderwijs, gesti- muleerd in hun ontwikkeling. Het is be- langrijk dat alle peuters de mogelijkheid hebben om naar een voorschoolse voorziening te gaan. De keuzevrijheid van ouders blijft hierin centraal staan.
Het is echter onwenselijk dat sommige kinderen geen aanbod krijgen, terwijl ouders wel hun kind naar een voor- schoolse voorziening willen brengen. Dit deel van de tekst is dubbel dus fout wordt dan ook verwijderd. In eerste deel van de tekst staat het wel goed.
Eindbeeld
Goede kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Daarom vinden Rijk en gemeenten het belangrijk dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan. Vanuit de ver- antwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk en gemeenten zetten zij samen in op toegankelijk voorschoolse voorziening- en en een groter bereik van peuters.
In 2016 heeft het Rijk extra structurele middelen beschikbaar gesteld met als doel alle peuters een plek in de voor- schoolse voorzieningen te bieden.
De gemeenten hebben een ‘stimule- ringsopdracht’ om dit te realiseren.
Monitoring
Tussen Rijk en VNG is afgesproken dat de VNG iedere twee jaar een monitor uitvoert bij alle gemeenten. Het doel van de monitor is om inzicht te krijgen in het aantal peuters dat de afgelopen twee jaar naar een voorschoolse voor- ziening is gegaan.
De monitor brengt ook de inspanningen in beeld die gemeenten hebben gele- verd om een aanbod te doen aan ouders met peuters die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en
die geen gebruik maken van een voor- schoolse voorziening. Gemeenten die
een groep peuters niet hebben bereikt, moeten onderbouwen waarom deze peuters (nog) geen gebruik maken van opvang en wat zij hebben gedaan om deze groep beter te bereiken. Dit jaar start een eerste meting. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoeks- bureau.
In 2016 hebben Rijk en VNG bestuur- lijke afspraken gemaakt over het berei- ken van alle peuters. Het Rijk stelt hiervoor aan gemeenten een budget beschikbaar dat oploopt tot structureel € 60 miljoen per jaar. Dit geld is speci- fiek bedoeld voor peuters zonder aan- spraak op kinderopvangtoeslag en zonder doelgroep-indicatie.
Vanaf 2016 neemt het binnen de ge- meente hiervoor beschikbare budget jaarlijks met € 10 miljoen toe tot aan € 60 miljoen in 2021. Dit oplopende bedrag wordt vanaf 2016 stapsgewijs structureel aan het gemeentefonds toegevoegd.
Peuteropvang Alkmaar
In Alkmaar biedt Rollebol kindercentra onder de naam “Peuteropvang Alk- maar” op vier locaties peuteropvang met gecertifieerde Voorscholen aan. Voor meer informatie verwijzen wij naar www.peuteropvangalkmaar.nl
De kinderdagverblijven van Rollebol kindercentra werken ook met VVE (vroeg- en voorschoolse educatie) voor ouders die behoefte hebben aan dag- opvang. Wij vinden dat voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen toe- gankelijk moeten zijn.
Eindbeeld
Goede kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Daarom vin- den Rijk en gemeenten het belangrijk dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan. Vanuit de ver- antwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk en gemeenten zetten zij samen in op toegankelijk voorschoolse voorziening- en en een groter bereik van peuters.
pauzes minder medewerkers op een groep staan en niet meer tijdens het brengen en halen van kinderen.
• De buitenschoolse opvang krijgt meer ruimte voor aanvullende 'anders-gekwalificeerde' beroeps- krachten zoals sporttrainers of kunstenaars.
• De eisen voor speelruimte, zowel binnen als buiten, worden flexibeler.
De ingangsdatum van deze (wets)wij- ziging is nog niet definitief. Inwerking- treding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maat- regel van Bestuur (AMvB) of ministe- riële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.
 г    n  n k  т    р   
Organisaties voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en peuteropvang moeten zich met ingang van 1 januari 2018 meer richten op de ontwikkeling van kinderen. Zij worden daar ook meer op beoordeeld. Ook moeten de eisen straks beter aansluiten op wat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd nodig hebben.
Bij dit alles moet er worden gedacht aan de volgende maatregelen:
• Straks volgt een mentor de ontwik- keling van een kind en bespreekt deze met ouders en school.
• Baby's worden in de eerste plaats verzorgd door medewerkers met een pedagogische achtergrond. Mede- werkers op een babygroep krijgen scholing specifiek gericht op baby's.
• De rekenmethode voor de beroeps- kracht-kindratio (BKR) gaat zich
meer richten op de behoeften van het kind en niet meer op het aantal kinde- ren per kracht.
• Er mogen straks minder wisselingen zijn van medewerkers op een ba- bygroep. Ook mogen alleen in de


































































































   5   6   7   8   9